Leren file parkeren
Wat is de bedoeling?
Je parkeert je auto netjes tussen twee andere auto’s langs de stoep. Meestal doe je dit achteruit, maar in sommige situaties kan het ook voorwaarts. De kunst zit ‘m in het goed inschatten van je positie, rustig sturen en voortdurend om je heen blijven kijken.
We leggen het je uit in 4 stappen
- Zoek een goede plek en bereid je voor
- Achterwaarts fileparkeren
- Voorwaarts fileparkeren (alleen als het kan)
- Afsluiten en checken
1. Zoek een goede plek en bereid je voor
Kijk tijdens het rijden alvast of je een geschikte plek ziet – eentje die lang genoeg is voor jouw auto + een beetje speling. Een goede vuistregel: ongeveer anderhalf keer de lengte van je auto.
Zet je richting aan zodat het verkeer weet dat je wilt parkeren. Rijd langzaam en zet de auto stil op ongeveer 50 cm afstand van de geparkeerde auto vóór de vrije plek. Zorg dat je achterbumper in lijn staat met de achterbumper van die auto.
Doe daarna een kijkronde:
- binnenspiegel
- buitenspiegels
- over je schouder (dode hoek!)
2. Achterwaarts fileparkeren
- Zet de auto in zijn achteruit (R).
- Kijk om je heen en begin langzaam achteruit te rijden.
- Als je rechterachterruit (dus het kleine raampje bij de achterdeur) gelijk staat met de achterkant van de geparkeerde auto, begin je rustig naar rechts te sturen.
- Blijf achteruitrijden tot je auto schuin de stoep nadert (ongeveer 45 graden). Dan stuur je geleidelijk terug naar links.
- Zodra je auto recht in het vak komt te staan (kijk naar je buitenspiegels!), stuur je je wielen weer recht.
Tip: Laat je stuur niet terugschieten, maar draai rustig terug. Zo hou je controle.
Kom je te dicht bij de stoep? Of juist te ver er vanaf? Geen paniek: je mag altijd een beetje corrigeren. Rustig bijsturen is normaal!
3. Voorwaarts fileparkeren
Soms is er een ruime plek vóór een geparkeerde auto, bijvoorbeeld op een leeg stuk langs de stoep. In dat geval kun je ook voorwaarts inparkeren:
- Rijd langzaam vooruit tot je rechterbuitenspiegel net voorbij de voorkant van de achterste auto komt.
- Stuur dan vlot naar rechts (of links, afhankelijk van de situatie).
- Zodra je recht in het vak staat, stuur je terug zodat je voorwielen recht komen te staan.
Let op: Voorwaarts fileparkeren is zeldzaam en lukt alleen als de ruimte vóór het vak voldoende is.
4. Afsluiten en checken
Staat je auto netjes binnen de lijnen en niet scheef? Top! Dan kun je afsluiten:
- Controleer of je de stoep niet raakt.
- Zorg dat je auto niet te ver uitsteekt.
- Kijk goed om je heen voordat je uitstapt of weer wegrijdt.
Wil je wegrijden?
- Kijk eerst: binnenspiegel, buitenspiegels, over je schouders.
- Geef richting aan.
Rijd pas weg als het verkeer veilig is.




